Verzamelnaam voor alles wat afwijkend is aan lichaam en geest. Dit zijn niet enkel ziektes, maar ook syndromen, handicaps, psychische ziektes, symptomen en ziekteverschijnselen.
Woordenlijst A-Z
Stukjes eiwit die het lichaam normaal zelf aanmaakt. Het helpt bij een normale werking van het lichaam (voornamelijk goeie werking van zenuwcellen).
Een zeldzame aandoening waarbij amyloïd zich foutief begint te klitten en daardoor opeenstapelingen vormt, tussen de lichaamscellen. Symptomen verschillen afhankelijk van in welk(e) organ(en) het amyloïd zich opstapelt.
Voorgeschiedenis en relevante omstandigheden met betrekking tot een ziekte of aandoening.
Meer info op raliga.be over: “ANAMNESE”
De structuur van het lichaam of de manier waarop dit geconstrueerd is.
Meer info op raliga.be over: “ANATOMIE”
Afkorting van Anti-Cyclisch geCitrullineerde Proteïnen. Antistoffen tegen een specifiek eiwit in het lichaam, namelijk cyclisch gecitrullineerd peptide (CCP). Aanwezigheid van deze stoffen in het bloed toont zeer specifiek reumatoïde artritis aan; slechts zelden zijn deze antistoffen aanwezig zijn bij gezonde mensen. Hun aanwezigheid wijst op een complexer geheel van auto-immune reacties die leiden tot de symptomen van reumatoïde artritis. Deze stoffen kunnen al aangetoond worden in het bloed voordat er symptomen zijn.
Dit betekent dat er anti-CCP antistoffen worden teruggevonden in het bloed. Aanwezigheid van deze stoffen in het bloed toont zeer specifiek reumatoïde artritis aan; slechts zelden zijn deze antistoffen aanwezig zijn bij gezonde mensen. Wanneer een persoon met reumatoïde artritis ook reumafactor of anti-CCP antistoffen in het bloed heeft, is dit seropositieve reumatoïde artritis.
Antilichamen = antistoffen = Immunoglobulinen (Ig): Dit zijn stoffen in het bloed, die belangrijk zijn voor het afweersysteem (immuunsysteem). Ze worden ook wel immunoglobulinen (Ig) genoemd. Het afweersysteem maakt ze aan als reactie op lichaamsvreemde stoffen die binnendringen in het lichaam (bacteriën, virussen, …). Ze zorgen dat je afweersysteem tegen de indringer kan vechten en hem in de toekomst sneller kan herkennen en uitschakelen.
Met betrekking tot het gewricht.
Gewrichtsontstekingen
Veel voorkomende aandoening van het bewegingsapparaat. Tast je hele gewricht aan (voornamelijk kraakbeen, maar ook bot, gewrichtsontsteking, gewrichtsbanden, …).
Afname van weefsels of organen (doordat cellen afsterven). Bijvoorbeeld, atrofie van spieren is het verminderen in volume en werking van de spieren, wat zwakke spieren veroorzaakt.
'zelf'
Is gelijk aan auto-antistoffen: Antilichaam dat zich richt tegen eigen lichaamscellen en -weefsels.
Is gelijk aan auto-antilichamen: Antistof die zich richt tegen eigen lichaamscellen en -weefsels.
Een foutieve reactie van het afweersysteem tegen het eigen lichaam. Het afweersysteem valt het eigen lichaam aan.
Een auto-immuunziekte ontstaat wanneer het afweersysteem foutief reageert en de gezonde cellen van ons eigen lichaam aanvalt, in plaats van ziekteverwekkers (virussen, bacteriën, …).
Soort witte bloedcellen die deel uit maken van de verworven afweer. Ze bekijken continu alles wat in ons volledig lichaam voorkomt (zowel lichaamseigen deeltjes als mogelijke ziekteverwekkers). Na activatie door een T-cel, veranderen B-cellen in een nieuw soort B-cellen (plasmacellen) en kunnen zij antilichamen aanmaken. Tijdens een eerste afweerreactie tegen een bepaalde stof/ziekteverwekker, veranderen sommige B-cellen in B-geheugencellen. Deze blijven lange tijd in rust en reageren pas bij een tweede blootstelling aan dezelfde stof/ziekteverwekker. Hierdoor wordt de afweerreactie bij een tweede blootstelling sneller opgestart.
Verzamelnaam voor verschillende technieken om het lichaam in beeld te brengen. Bijvoorbeeld: echografie, röntgenscans.
Stelt het lichaam in staat om te bewegen. Bestaat uit: gewrichten, botten, banden, kapsels, kraakbeen en skeletspieren.
Bezinkingssnelheid of sedimentatie van rode bloedcellen (erytrocyten) wijst op hoe snel rode bloedcellen naar de bodem van een buis bloed zakken. Dit bezinken gaat sneller bij mensen met een ontsteking. Dit is pas zichtbaar in het bloed enkele dagen na de start van de ontsteking.
Soort lichaamsweefsel met een ondersteunende, beschermende of verzorgende functie.
Afbrokkelen of verlies van bot.
Bij gezonde personen wordt er ongeveer even veel bot aangemaakt als er wordt afgebroken door het lichaam. Botontkalking of osteoporose is een aandoening waarbij meer bot wordt afgebroken dan aangemaakt. Hierdoor wordt het bot zwakker en kan het makkelijk breken.
Grote knobbel aan de zijkant van de grote teen. Dit komt vaak voor bij hallux valgus.
betrekking hebbend op hart en bloedvaten.
Meer info op raliga.be over: “CARDIOVASCULAIR”
Aandoening door te veel druk op een zenuw in de pols (medianus zenuw). De ruimte waardoor deze zenuw loopt noemt de carpale tunnel. Wanneer de druk in deze ruimte zo groot wordt dat de zenuwfunctie verstoord wordt, spreekt men van carpale tunnel syndroom.
Langdurig, komt vaak ook langzaam op.
Is het tegenovergestelde van acuut: kortdurend, plots opgekomen.
Het verschijnsel dat iemand aan meerdere chronische ziektes tegelijk lijdt, andere gezondheids- problemen die ook (of zelfs nog meer dan bij niet RA-patiënten) aandacht nodig hebben. Bijvoorbeeld: cardiovasculaire risico’s, osteoporose (al dan niet cortisone-geïnduceerd).
Bijkomend probleem in het normale ziekte-, behandelings- of genezingsproces. Dit kan een bijkomende ziekte of onvoorziene gebeurtenis zijn. Bijvoorbeeld als complicatie bij een langdurige peesontsteking kan het scheuren van de pees voorkomen.
Een synthetische variant van het lichaamseigen bijnierschorshormoon. Deze groep van stoffen onderdrukt diverse lichamelijke reacties bij ontstekingen en infecties. De bijnierschorshormonen worden geproduceerd door de buitenste zone (de cortex) van de bijnieren.
CRP staat voor C-reactief proteïne. Aanwezigheid van dit eiwit in het bloed toont ontsteking aan. Hoe hoger de waarde, hoe ernstiger de ontsteking. Het toont niet aan waar de ontsteking zich in het lichaam voordoet. CRP is al zichtbaar in het bloed enkele uren na de start van de ontsteking. Dit in tegenstelling tot de bezinkingssnelheid, die maar trager stijgt in reactie op ontsteking.
CT staat voor Computer Tomografie. Dit is een onderzoek waarbij röntgenstralen op het lichaam of bepaalde lichaamsdelen gestuurd worden om deze in beeld te brengen. De volgende lichaamsdelen worden goed in beeld gebracht met een CT-scan: botten, hersenen, longen, buikorganen, bloedvaten.
Disease Activity Score = score van ziekteactiviteit. Score van 28 pijnlijke en gezwollen gewrichten met inbegrip van dezelfde gewrichten: schouders, ellebogen, polsen, MCP gewrichten, PIP gewrichten en de knieën.
De DAS-score bestaat uit 4 onderdelen: het aantal gezwollen gewrichten; het aantal pijnlijke gewrichten; de mening van de patiënt; de bezinkingssnelheid van het bloed.
De uiteinden van het lichaam; bijvoorbeeld: handen, voeten. Distale aantasting van gewrichten betekent dat bijvoorbeeld de voeten vaker aangetast zullen zijn door reumatoïde artritis dan de knieën en de handen vaker dan de schouders.
Disease-modifying antirheumatic drugs ("ziekteverloop beïnvloedende geneesmiddelen tegen reuma") of DMARD's vormen een groep geneesmiddelen die de activiteit van ontstekingen in de gewrichten vermindert. De middelen worden gegeven met als doelstelling het zo veel mogelijk voorkomen van gewrichtsbeùschadiging zoals die bij reumatoïde artritis veel voorkomen.
of decubitus: Plek op het lichaam waar de huid kapot is, door te veel druk door te lang te zitten of liggen.
Onderzoekstechniek waarbij ultrasone (niet-hoorbare) geluidsgolven naar het lichaam gestuurd worden om een beeld van inwendige organen en weefsels te vormen. Het apparaat wordt op de huid gezet, met gel ertussenin om de golven vlot te laten passeren en een goed beeld te krijgen. Elk weefsel heeft zijn eigen manier om de geluidsgolven terug te sturen, waardoor de verschillende weefsels van elkaar kunnen onderscheiden worden op het beeld.
Bepaald door je genen, die je krijgt van je ouders. Een erfelijke ziekte wordt veroorzaakt door één of meerdere van die genen die afwijkend zijn.
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
Aandoening met pijn in spieren en vezelig bindweefsel. Fibro = vezel, myo = spier, algie = pijn. Fibromyalgie geeft verschillende klachten: naast pijn en stijfheid komen ook vaak slaapproblemen, hoofdpijn en darmproblemen voor.
Beperkingen in het dagelijks leven. Niet meer zoals voorheen kunnen functioneren.
Is hetzelfde als systeemvasculitis: Ontsteking van de bloedvaten (vasculitis) over het hele lichaam.
Verbinding tussen twee of meer botten, waarbij beweging mogelijk is.
Een ander woord voor gewrichtsbanden is ligamenten.
Gewrichtsbanden of ligamenten zorgen voor steun en stabiliteit in een gewricht. Ze houden de botten stevig bij elkaar. Ze bestaan uit bindweefsel.
Deel van de beschermlaag rond het gewricht.
Ruimte tussen twee botten, die zorgt voor normale beweging.
Aandoening waarbij de grote teen richting de kleine teen ombuigt. Hierdoor ontstaat er een knobbel aan de zijkant van de grote teen (bunion).
Klauwtenen of ingetrokken tenen. De middelste kootjes van de tenen komen naar boven, terwijl de tippen van de tenen naar beneden gaan.
Health Assessment Questionnaire = (VDF: Vragenlijst Dagelijks Functioneren): meet moeilijkheden bij het uitvoeren van activiteiten in het dagelijkse leven en wordt door de patiënt zelf ingevuld. Er zijn acht vragen, met per vraag vier antwoordcategorieën (vragenlijst met 8 onderverdelingen: aankleden, opstaan, eten, stappen, reiken, grijpen, hygiëne, gebruik van handen). De score 0 staat voor ‘zonder moeite’ en score 3 betekent ‘onmogelijk’. Het totaal wordt gedeeld door acht en levert een totaalscore op tussen 0 en 3 (de Functional Disability Index). (lees meer)
Ook wel pericard genoemd: Stevig dubbel vlies rondom het hart. Tussen de twee lagen vlies zit wat vocht, hierdoor glijden de lagen makkelijk over elkaar. Het hartzakje beschermt het hart zelf tegen infecties en overbelasting.
Concentratie is hoeveel stof er opgelost is per hoeveelheid vloeistof. In de medische wereld betekent een hoge concentratie van een stof dat er veel van die bepaalde stof in het bloed terug te vinden is.
Ontsteking van de bloedvaten in de huid.
Afkorting: Ig, ook wel antistoffen of antilichamen genoemd: Dit zijn stoffen in het bloed, die belangrijk zijn voor het afweersysteem (immuunsysteem). Het afweersysteem maakt ze aan als reactie op lichaamsvreemde stoffen die binnendringen in het lichaam (bacteriën, virussen, …). Ze zorgen dat je lichaam tegen de indringer kan vechten en hem in de toekomst sneller kan herkennen en uitschakelen.
Ook wel afweersysteem genoemd. Alle verdedigingsmechanismen die het lichaam inzet om zichzelf te beschermen tegen agressieve invloeden van binnenin en buitenaf. Bijvoorbeeld tegen kankercellen of virussen.
Bacteriën, virussen, schimmels of parasieten dringen je lichaam binnen en vermenigvuldigen zich.
Ontstekings-gerelateerd, wat met ontsteking te maken heeft.
Of ingewanden: Dit zijn alle organen die zich binnenin het lichaam bevinden, bijvoorbeeld de maag, hart, longen...
Jeugdig
Artritis die optreedt bij kinderen, vóór de leeftijd van 16 jaar.
Benige verdikkingen (extra botafzetting) aan middenkootjes van de vingers.
Benige verdikkingen (extra botafzetting) aan eindkootjes van de vingers.
Dit is vrij elastisch weefsel dat botuiteinden bekleedt, ter hoogte van gewrichten. Het kan tegen grote druk en kan schokken opvangen. Het vermindert ook wrijving tussen de bewegende delen van gewrichten, zodat je gewricht vlot kan bewegen.
Gewrichtsbanden of ligamenten zorgen voor steun en stabiliteit in een gewricht. Ze houden de botten stevig bij elkaar. Ze bestaan uit bindweefsel.
Systemische Lupus Erythematodes (SLE): Auto-immuunziekte met ontstekingen. Er komt een brede auto-immune reactie op gang die ontsteking, verstoring van de normale werking en uiteindelijke schade kan veroorzaken in verschillende organen. Hierdoor zijn de symptomen ook heel uiteenlopend.
Te veel belasting door krachten van buitenaf. Bijvoorbeeld, door vaak omhoog te springen en met kracht terug op de grond te landen, kan je knie deze klappen telkens opvangen. Op den duur kan je knie zo mechanisch overbelast geraken, door te vaak dezelfde kracht te moeten opvangen.
Een geneesmiddel dat het afweersysteem onderdrukt en ontstekingen remt. Methotrexaat wordt in lage dosering (5 tot 30 mg in een wekelijkse dosering) gebruikt bij aandoeningen zoals psoriasis, reumatoïde artritis, multiple sclerose, de ziekte van Crohn, lupus erythematodes, colitis ulcerosa, sclerodermie, astma. In hoge dosering remt methotrexaat de groei van sommige tumoren waarmee het ingezet kan worden bij sommige soorten kanker, bijvoorbeeld bij leukemie.
Via regelmatige controles opvolgen hoe het gaat.
MRI staat voor Magnetic Resonance Imaging. Dit is een onderzoek waarbij magnetische velden en radiogolven op het lichaam of bepaalde lichaamsdelen gestuurd worden om deze in beeld te brengen. De volgende lichaamsdelen worden goed in beeld gebracht met een MRI-scan: hersenen, ruggenmerg, zenuwen, spieren, pezen en gewrichtsbanden, hart en buikorganen.
Botten die op elkaar gestapeld staan in de nek. Ze worden verbonden door gewrichten, gewrichtsbanden en tussenwervelschijven. Midden in de wervels is een gat, waardoor het ruggenmerg (bundels zenuwen) loopt.
Elleboogzenuw. Deze zenuw loopt aan de binnenkant van de elleboog door een kleine tunnel.
Knobbels net onder de huid, veroorzaakt door ontsteking.
Niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAIDs) zijn ontstekingsremmende geneesmiddelen die niet behoren tot de groep van de corticosteroïden.
Voorbeelden van NSAID's zijn ibuprofen, diclofenac, meloxicam, naproxen, etofenamaat, celecoxib. Het acetylsalicylzuur (aspirine, Aspegic) wordt ook tot de NSAID's gerekend.
Weinig. Oligo-artritis: Aandoening waarbij tussen 1 en 5 gewrichten ontstoken zijn.
Tijdens een opflakkering van een ziekte ondervind je meer last van symptomen. Dit wordt afgewisseld met perioden waarin je minder last hebt van symptomen.
Botafbrekende cellen. Hun normale functie is het afbreken van oude en beschadigde botcellen, zodat deze vernieuwd kunnen worden en het bot gezond blijft. Osteoclasten kunnen bij reumatoïde artritis onder andere in pannusweefsel voorkomen en daar zorgen voor overmatige botafbraak. De botafbraak gaat dan zo snel dat de vernietigde botcellen niet snel genoeg vervangen kunnen worden door nieuwe gezonde botcellen.
Is hetzelfde als botontkalking: Bij gezonde personen wordt er ongeveer even veel bot aangemaakt als er wordt afgebroken door het lichaam. Botontkalking of osteoporose is een aandoening waarbij meer bot wordt afgebroken dan aangemaakt. Hierdoor wordt het bot zwakker en kan het makkelijk breken.
Ontstoken synoviumweefsel dat in het kraakbeen ingroeit. In het gewricht kan pannus zorgen voor de onherstelbare afbraak van kraakbeen, bot, pezen, gewrichtsbanden en bloedvaten.
Een pees zorgt voor de verbinding tussen spier en bot. Door deze verbinding, kunnen spieren zorgen dat botten bewegen.
Hiermee zit de pees vast aan het bot.
Met vloeistof gevuld buisje dat rondom een pees zit.
Ontsteking van het hartzakje of pericard.
Longvliezen
Ontsteking van longvliezen (pleura): eigenlijk is dit een ontsteking van de bloedvaatjes die naar het longvlies lopen (vasculitis). Hierdoor kan vocht achter de long ophopen.
Veel
Aandoening waarbij meerdere (meer dan 5) gewrichten ontstoken zijn.
Voorspelling van het verloop van de ziekte of resultaat van een behandeling.
Schade (aan gewrichten) die op beeldvorming te zien is, zoals bv. röntgenscans.
Periode met controle van ziekteactiviteit. Er is geen last.
RF. Het afweersysteem maakt antistoffen tegen zichzelf (lichaamseigen structuren, cellen of organen) aan. Deze reumafactor auto-antistoffen zijn gericht tegen een specifieke soort lichaamseigen antistoffen. Hun aanwezigheid wijst op een complexer geheel van auto-immune reacties die leiden tot de symptomen van reumatoïde artritis.
Dit betekent dat er geen reumafactor wordt teruggevonden in het bloed. Dit betekent niet altijd dat die persoon geen reumatoïde artritis heeft, want 1/5 van de personen met reumatoïde artritis symptomen heeft geen reumafactor in het bloed. Dit heet dan seronegatieve reumatoïde artritis.
Dit betekent dat er reumafactor wordt teruggevonden in het bloed. Gezonde mensen kunnen dit ook hebben, dus reumafactor in het bloed (reumafactor positief) betekent niet altijd dat die persoon reumatoïde artritis heeft. Wanneer een persoon met reumatoïde artritis ook reumafactor of anti-CCP antistoffen in het bloed heeft, is dit seropositieve reumatoïde artritis.
Arts die zich bezighoudt met de diagnose en behandeling van niet-traumatische aandoeningen van het bewegingsstelsel. Een voorbeeld van zo’n aandoening is reumatoïde artritis.
Beelden van het lichaam, gemaakt met behulp van röntgenstraling die op het lichaam wordt gestuurd. Een detector meet de hoeveelheid straling die wordt doorgelaten door het lichaam en via een computer wordt dit omgezet in beelden. Bot laat heel weinig straling door, waardoor dit goed zichtbaar is op een röntgenscan.
Zenuwen die zich in de wervelkolom bevinden. Het ruggenmerg loopt door de opening in de wervels en loopt van de nek tot aan de onderrug. Het is onderdeel van het centraal zenuwstelsel, samen met de hersenen.
Inscheuring of verscheuring van weefsel.
Een ernstige ontstekingsziekte van het oog. Ze tast de buitenste laag (sclera) van het oog aan. Algemeen: alle aandoeningen die eindigen op de uitgang “-itis” duiden op “ontsteking”.
Dit betekent letterlijk “tweede”. In de medische wereld betekent dit een “tweede” ziekte als een gevolg van een eerste ziekte, medicatie of behandeling voor een andere ziekte. Bijvoorbeeld: het syndroom van Sjögren komt soms voor als gevolg van reumatoïde artritis.
Dit betekent dat er geen reumafactor of anti-CCP antistoffen worden teruggevonden in het bloed, maar de persoon wel reumatoïde artritis heeft. 1/5 van de personen met reumatoïde artritis symptomen heeft geen reumafactor in het bloed.
Dit betekent dat er reumafactor en/of anti-CCP antistoffen worden teruggevonden in het bloed (reumafactor positief en/of anti-CCP positief) én deze persoon ook effectief reumatoïde artritis heeft. Gezonde mensen kunnen ook reumafactor in het bloed hebben, zonder symptomen van reumatoïde artritis. Anti-CCP antistoffen komen daarentegen zelden voor bij gezonde mensen. Reumafactor in het bloed (reumafactor positief) betekent dus niet altijd dat die persoon reumatoïde artritis heeft. Wanneer een persoon met reumatoïde artritis ook reumafactor en/of anti-CCP antistoffen in het bloed heeft, is dit seropositieve reumatoïde artritis.
Vragenlijst over uw gezondheidstoestand.
Aandoening waarbij de traan- en speekselklieren chronisch ontstoken zijn. Dit geeft symptomen zoals droge ogen, een droge mond en vermoeidheid. Vooral vrouwen krijgen deze aandoening.
Soort stootkussentje om wrijving bij een gewricht te verminderen.
Rechter- en linker gewricht zijn samen aangetast.
Gewrichtsslijmvlies: Dit slijmvlies bekleedt de binnenkant van het gewrichtskapsel. Het maakt een gewrichtsvloeistof (synoviaal vocht) aan en geeft deze af aan de gewrichtsoppervlakken. Hierdoor wordt het gewricht gevoed en gesmeerd.
Dit wordt aangemaakt door het synovium (slijmvlies in het gewricht). Het zorgt als ‘smeermiddel’ en schokdemper voor het soepel bewegen van botten en gewrichten.
Het synovium (dat gewrichtsvloeistof of synoviaal vocht aanmaakt) ontsteekt. Het gewrichtskapsel wordt hierdoor zwakker en het vocht puilt uit naar bijvoorbeeld de knieholte. Hierdoor kan er een knobbeltje verschijnen. Ter hoogte van de knieholte wordt dit ook wel een Bakercyste genoemd.
Verspreid over het hele lichaam en dus niet beperkt tot 1 orgaan of weefsel.
Soort witte bloedcellen die deel uit maken van de verworven afweer. Er zijn verschillende soorten T-cellen met verschillende functies: in goede banen leiden van de afweerreactie, doden van ziekteverwekkers en sneller op gang brengen van de immuunreactie bij een tweede blootstelling aan dezelfde stof/ziekteverwekker.
Ze kunnen reageren op een bepaalde stof/ziekteverwekker, wanneer deze door een andere cel (bv. B-cel) gepresenteerd worden aan de T-cel. De T-cel activeert de B-cel om antilichamen aan te maken. Tijdens een eerste afweerreactie tegen een bepaalde stof/ziekteverwekker, veranderen sommige T-cellen in T-geheugencellen. Deze blijven lange tijd in rust en reageren pas bij een tweede blootstelling aan dezelfde stof/ziekteverwekker. Hierdoor wordt de afweerreactie bij een tweede blootstelling sneller opgestart.
Aandoening waarbij zwelling van het enkelgewricht druk geeft op de zenuw aan de binnenkant van de enkel, net boven de hiel. Symptoom is vaak tintelende voetpijn, uitstralend naar voetzool.
Peesontsteking
een groep geneesmiddelen die de werking van TNF-α (tumornecrosefactor) remmen of zelfs blokkeren. Deze geneesmiddelen werden bij de introductie eind jaren 90 vooral gebruikt bij de behandeling van enkele soorten reuma, tegenwoordig is het indicatiegebied uitgebreid naar onder meer de ziekte van Crohn, psoriasis en colitis ulcerosa. TNF-alfa is een cytokine die het optreden van een ontstekingsreactie bevordert. Door blokkeren van het effect van TNF-α wordt de afweer verlaagd. Een van de bijwerkingen is dan ook het versneld optreden van opportunistische infecties die ook nog eens ernstiger kunnen verlopen. De presentatie van infectieziekten tijdens gebruik van TNF-α blokkers kan ook veranderen wat de diagnose vervolgens bemoeilijkt.
TNF-α is een cytokine. Het speelt een belangrijke rol bij inflammatoire processen en de acute fase reactie.
Schijf tussen wervels, die bestaat uit een sterke buitenste ring en een geleiachtig middenstuk. De schijf hangt vast aan de wervel. Ze vangt schokken op en blijft sterk door geregeld te belasten.
Een verzamelnaam voor alle (inwendige) ontstekingen in het oog. Uveïtis-patiënten klagen vaak over een vermindering van het gezichtsvermogen van een of beide ogen. Ze zien wazig, hebben last van zwarte vlekjes of slierten in het beeld. Een aantal mensen kan het licht niet goed verdragen. Soms is het oog pijnlijk en rood. Uveïtis kan heel plotseling beginnen met een pijnlijk, rood oog of zeer geleidelijk met steeds waziger gaan zien. Het kan in één oog voorkomen, afwisselend in één van beide ogen of in beide.
Ontsteking van de bloedvaten.
(Lichaams)Weefsel: Groep cellen die samen dezelfde taak uitvoeren. Bijvoorbeeld spierweefsel zorgt voor beweging.
Spieren, pezen, slijmbeurzen en zenuwen.
Ander woord voor ruggengraat: Opeengestapelde botten (wervels), verbonden door gewrichten, gewrichtsbanden en tussenwervelschijven. Midden in de wervels is een gat, waardoor het ruggenmerg (bundels zenuwen) loopt. De wervelkolom zit aan de achterkant en in het midden van het lichaam en loopt van de nek tot aan het stuitbeen (in het achterwerk).
Botten die op elkaar gestapeld staan. Ze worden verbonden door gewrichten, gewrichtsbanden en tussenwervelschijven. Midden in de wervels is een gat, waardoor het ruggenmerg (bundels zenuwen) loopt.
Cellen die een belangrijke rol spelen in het afweersysteem tegen ziekteverwekkers of andere lichaamsvreemde stoffen. Bijvoorbeeld B-cellen en T-cellen.
Een zenuw is een bundel zenuwcellen, die zorgt voor het doorgeven van signalen doorheen het lichaam. Bijvoorbeeld, zenuwen sturen het signaal vanuit de hersenen zodat de spieren in jouw handen correct aangestuurd worden om een glas te kunnen oppakken.
Netwerk van cellen die informatie opneemt en verwerkt. Het zit verspreid over het hele lichaam en kan zo informatie van de hersenen naar alle delen van het lichaam sturen en omgekeerd.
Hoe de ziekte verloopt. Bijvoorbeeld, reumatoïde artritis verloopt wisselend: soms heeft een persoon met reumatoïde artritis veel last van gewrichtsontstekingen en enkele maanden later kan deze persoon weinig of geen last hebben.