19 jaar was ik toen ze bij mij RA vaststelden.
Mijn wereld stortte in want ik wist wel wat mij te wachten stond omdat mijn moeder ook al op jeugdige leeftijd RA gekregen had en ik van kindsbeen af daarmee geconfronteerd werd.
Ik had net anderhalf jaar gewerkt in de Nopri. Daar stond ik aan de afdeling fruit en groenten en in die tijd moesten de papieren zakken, gevuld met fruit, dichtgeniet worden. Al na enkele weken kreeg ik pijn in de gewrichten in mijn hand en de huisarts dacht dat ik even wennen moest aan het werk. Wat zalf smeren en een paar dagen rust en ik kon terug opnieuw gaan werken. Een hele tijd later kreeg ik last van mijn knieën en toen zei mijn moeder, ik denk dat ik je eens meeneem naar mijn reumatoloog, en daar viel toen de diagnose. Vanaf dan begon de lijdensweg, verschillende soorten medicijnen werden er uitgeprobeerd voordat de juiste medicijnen werden gevonden die ik verdragen kon en die ook aansloegen. Verder heb ik veel in de gips gelegen om te rusten omdat ze begin jaren tachtig nog dachten dat rusten de beste remedie was, en daar zat ik dan als negentienjarig meisje thuis bij mijn ouders. Ik ben sinds die dag nooit meer kunnen gaan werken, waar ik tot op de dag van vandaag nog heel veel moeite mee heb.
Ik kwam in een groot isolement terecht. Al mijn vriendinnen gingen wel werken en maakten van alles mee. Ik zat gewoon thuis of in het ziekenhuis en dat was dan ook mijn leefwereldje geworden. Ik werd van een levenslustige meid een heel gesloten persoon omdat ik tegenover anderen toch niet altijd over mijn ziekte kon of wou praten. In mijn twintiger jaren kwam bij mij het moederinstinct naar boven maar ik heb bewust gekozen om geen kinderen op de wereld te zetten, wat een heel moeilijke beslissing was. Omdat die reuma in onze familie zo fel aanwezig is durfde ik het niet aan om aan kinderen te beginnen.
Dankzij de steun van familie en mijn vrienden kwam ik er beetje bij beetje bovenop. Zoals vele andere lotgenoten ben ook ik een vechter en besloot ik dan ook dat ik toch iets moest gaan doen om mij nuttig te maken en niet stil te blijven zitten. Ondertussen speel ik al bijna dertig jaar saxofoon bij onze fanfare "De Vrijheidszonen". Het gaat soms wel moeilijk om nog alles mee te spelen, maar ik blaas nog wat ik kan. Naast het blazen zorg ik ook voor de verdeling en de archivering van de partituren. Andere hobby's zijn : wat puzzelen, kaarten, op vakantie gaan.
Begin 2006 heb ik via een lotgenote Regine Proesmans leren kennen en door haar ben ik lid van de vzw RA-Limburg geworden. Deze vzw valt onder de vzw RA-Liga waar ik bestuurslid en secretaris van ben. Ik heb ondertussen leren leven met RA en ben blij dat ik mij toch weer nuttig kan maken. Momenteel is mijn ziekte stabiel en geniet ik zoveel mogelijk van het leven. Ik woon nu 10 jaar samen met mijn partner waar ik ook veel steun, begrip en hulp van krijg en waar ik dan ook heel dankbaar voor ben.
Miet, 8 juli 2008