Wetenschappers identificeren nieuwe manier om ziekte bij reumatoïde artritispatiënten te voorspellen
Wetenschappers van de Universiteit van Manchester hebben een nieuwe manier geïdentificeerd waarin genotypering kan worden gebruikt om de ziekteresultaten van patiënten met reumatoïde artritis te voorspellen.
Nieuwe studies tonen aan dat bepaalde genetische varianten geassocieerd kunnen worden met een hoger of lager risico op de ernst van de ziekte.
Deze bevindingen werden gepubliceerd in The Journal of the American Medical Association.
In de toekomst kan dit leiden tot vroegere identificatie van patiënten die een risico lopen op een ernstige vorm van de ziekte. Men zal ook kunnen voorspellen wie het best reageert op behandeling.
Gegevens van drie onafhankelijke centra die werkten met vergelijkbare individuen met gemeenschappelijke kenmerken werden meegenomen in de analyse: een totaal van ongeveer 4000 patiënten.
Het aminozuur Valine op positie 11 van het HLA-DRB1 gen was de sterkste onafhankelijke erfelijke factor op radiologische schade bij reumatoïde artritis. Bovendien, werd ontdekt dat posities 71 en 74 onafhankelijke voorspellers vertegenwoordigen, met de drie posities samen - 11, 71 en 74 – is er een sterk verband met de ziekteresultaten.
Gedurende lange tijd werd door wetenschappers vermoed dat verschillende genotypen op verschillende manieren invloed hebben op de progressie van artritis, waaronder verschillende etnische groepen.
Het nieuw onderzoek toonde ook aan dat HLA-DRB1 haplotypes, geassocieerd met gevoeligheid voor reumatoïde artritis, ook voorspellers waren op een goede behandelingsreactie met anti-TNF therapie, een belangrijke klasse van biologische medicatie die ontwikkeld werd door Arthritis Research UK.
Dr Sebastien Viatte, van de Arthritis Research UK Centre for Genetics and Genomics at The University of Manchester zei “dat deze belangrijke stap voorwaarts in de genetica de mogelijkheid biedt reumatoïde artritispatiënten aan het begin van hun ziekte te kunnen herkennen: deze die het risico lopen op gewrichtsschade en vroege dood, en deze die meer kans hebben om te reageren op de anti-TNF biologische therapie."
Dr Stephen Simpson, onderzoeksdirecteur bij Arthritis Research UK zei: "Om patiënten met reumatoïde artritis effectiever te behandelen en te voorkomen dat ze medicijnen krijgen die niet werken, is het belangrijk om te weten wie de meeste kans maakt goed te reageren op welk medicijn, wanneer en in welke dosis. Dit nieuwe onderzoek brengt ons een stap dichter bij dat doel."
Bron: University of Manchester
Vrije vertaling en geplaatst: 2015/05/16