WARRELKNOEST *)

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Als ik mezelf wil weergeven in een symbool dan schilder ik een grote boom. Brede stam, enkele mooie vertakkingen en een frisgroene kruin. Alles wie ik nu ben, kan ik perfect in mijn boom plaatsen. Maar zoals ieder huisje zijn kruisje heeft, zo heeft mijn boom zijn warrelknoest.

En hoe graag ik op sommige momenten dit “detail” even zou willen overslaan, ik kan er niet omheen. En omdat deze “warrelknoest” me eigenlijk gemaakt heeft tot een unieke boom, wil ik enkel hier over vertellen. Ooit schreef ik hier dit over: “Zolang ik leef, en dat is nu 20 jaar, heeft moeke RA. Ik kan ze me niet “anders” of “gezond” voorstellen én eigenlijk wil ik dat ook niet. Moeke is moeke. Punt, andere lijn.”

 

Ondertussen zijn het 24 jaar geworden maar geven deze zinnen nog steeds perfect weer hoe ik me voel. Nergens in mijn herinneringen heb ik het gevoel dat ik belemmerd werd door dat RA-beest. Natuurlijk was (en is) het er wel. We kunnen het niet ontkennen. Sterker nog ik wil het niet ontkennen. Want hoe lelijk en pijnlijk dat RA-beest ook mag zijn, het heeft me wel gemaakt tot wie ik nu ben. Mijn moeder heeft me geleerd om door te zetten. Ze heeft me geleerd om de ander te helpen waar het kan, maar anderzijds heeft ze me doen inzien dat de onafhankelijkheid van iemand bijzonder belangrijk is. Ik ben er van overtuigd dat dit RA-beest mij een “beter” mens heeft gemaakt. En dat kan ik alleen maar omhelsen.

En natuurlijk zijn sommige dagen somber en zwart. Dan kan ik het hele gebeuren plots niet meer relativeren. Dan vervloek ik haar pijn en drukt een zwaar gevoel soms uren op mijn borst. Of plots krijg ik herinneringen aan dagen dat ik het wél heel moeilijk had. Zoals toen ik in het vijfde middelbaar mijn schoolleven en het huishouden combineerde omdat moeke aan haar voeten geopereerd werd. En dan voel ik weer hoe ongelukkig ik was, maar dan zie ik ook meteen hoe sterk ik eigenlijk ben en hoe veel ik bereid ben om op te geven als ik daardoor mijn moeke kan helpen. Op zo’n dagen  ga ik naar mijn zussen en soms huilen we samen.
Maar als ik dan zie hoe mijn moeder haar plan trekt en als een ongelooflijk sterke moederkloek voor haar hele nest zorgt (man, kinderen en ondertussen ook al 6 kleinkinderen), dan kan ik niet anders dan trots zijn. En zeker weten dat het allemaal wel goed komt, ook met dat RA-beest.
En misschien is dit voor buitenstaanders het meest schokkend, maar het kan ook heerlijk lachen zijn met die vervelende ziekte. Ik denk maar aan ons moeke haar talent om ‘achter het hoekje’ te wijzen (omdat haar (wijs)vingers zo vergroeid zijn). Ik kan u verzekeren dat er hier al heel wat misverstanden mee geweest zijn. Als moeke vol enthousiasme in de tuin naar een vogeltje wees, gebeurde het meer dan eens dat ik haar vinger volgde, maar eigenlijk de andere kant op moest kijken. Of hoe ik altijd zeg tegen ons moeke dat ze fantastisch meegaat met haar tijd en dat ze later een perfecte speelkameraad is voor haar kleinkinderen. En dat dankzij haar ‘playstationduimen’. (Opnieuw gaat het hier over een vergroeiing van haar duimen waardoor die constant in de houding staan om een computergame te spelen).
En ja, dan lachen we. Zelfs heel hard. Want moeke en ik vinden dat we er beter mee kunnen lachen dan voortdurend om huilen. We zitten er toch mee en we moeten er mee verder.
En dat we verder ook wel profijt halen uit de RA, dat is natuurlijk “mooi” meegenomen. Als je “dankzij” de RA een wachtrij van 3 uur kan vermijden aan Köperwelten… dan gaan we daar nu toch niet om klagen.

Zo voel ik dat mijn warrelknoest gekoesterd moet worden. Dat mijn ‘kruisje aan mijn huisje’ naast heel wat ellende ook zoveel goeds heeft gebracht. Moeke haar ziekte is ook de mijne. En iets wat samen gedragen wordt, voelt plots heel wat lichter.
Samen.

Riet, uit RAAM, geplaatst 1/09/2011

*) Een warrelknoest is een vergroeiing in de stam van een boom, waarschijnlijk een reactie op een virusinfectie. Het lijkt enigszins op een wrat op een boomstam.