Speelt voeding dan toch een rol in reumatoïde artritis?
Een dubbelblinde, gerandomiseerde studie evalueerde de effecten van visolie bij personen met recent ontstane reumatoïde artritis onder aanbevolen therapie. De bevindingen suggereren dat omega 3-vetzuren uit visolie gunstige effecten kunnen hebben in deze populatie.
Zo schrijven Susanna Proudman et al. in Annals of the Rheumatic Diseases.
De omega 3-vetzuren eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA) onderdrukken de synthese van de omega 6-pro-inflammatoire eicosanoïden, prostaglandine E2 en leukotrieen B4. Deze vaststelling was de initiële rationale voor het bestuderen van de effecten van voedingssupplementen op basis van deze omega 3-vetzuren bij reumatoïde artritis. EPA en DHA vind je in de voeding voornamelijk in vette vis (zalm, makreel, haring, paling) en in visolie.
Een meta-analyse van gerandomiseerde studies suggereerde al gunstige effecten van visolie in deze populatie op pijn, ochtendstijfheid, het aantal pijnlijke/gezwollen gewrichten, en NSAID-gebruik.
In the Annals of the Rheumatic Diseases merken Susanna Proudman en collega’s evenwel op dat het moeilijk is op basis van deze studies de effecten van visolie te interpreteren in de context van de momenteel gangbare therapie voor reumatoïde artritis die klinische remissie nastreeft. Het Australische onderzoeksteam acht het derhalve noodzakelijk gerandomiseerde studies met potentieel interessante stoffen als visolie, te voeren in een populatie met recent ontstane reumatoïde artritis (< 12 maanden) en in de context van de momenteel gangbare therapie voor reumatoïde artritis. En precies bij vroege reumatoïde artritis wordt de treat-to-target-strategie vandaag als de beste strategie beschouwd.
Susanna Proudman en haar collega’s voerden een gerandomiseerde, dubbelblinde studie met visolie uit in een cohort patiënten met recent ontstane reumatoïde artritis. Ze bestudeerden de effecten van een hoge versus lage dosis visolie op de uitkomsten van de best practice behandeling, zijnde een combinatie van DMARD’s volgens een treat-to-target-protocol.
Patiënten met een ziekteduur < 12 maanden, die bij aanvang van de studie DMARD-naïef waren, kregen na randomisatie een hoge of lage dosis visolie (5,5 of 0,4g/dag). Alle patiënten kregen ook de klassieke combinatie methotrexaat, sulfasalazine en hydrochloroquine. De DMARD-dosis werd bijgestuurd op basis van een algoritme dat rekening hield met ziekteactiviteit en toxiciteit. Driemaandelijks werden DAS28-score, sedimentatiesnelheid en mHAQ-score gemeten en werd beslist of er al dan niet remissie was. Het primaire eindpunt was falen van de drievoudige DMARD-therapie.
De auteurs stelden minder therapiefalen vast in de groep die een hoge dosis visolie kreeg. Het verschil bleef significant na correctie voor rookgedrag en anti-CCP-status. Bovendien stelden de auteurs significant meer remissie vast onder de hoge dosis visolie.
De auteurs besluiten dat visolie in deze studie gepaard ging met gunstige effecten bovenop de effecten die werden bereikt met het gecombineerde treat-to-target-behandelschema. De resultaten wijzen tegelijk op meer remissie en minder geneesmiddelengebruik.
Heidi van de Keere, Woensdag 25 februari 2015
Proudman S, James M, Spargo L, et al. Fish oil in recent onset rheumatoid arthritis: a randomized, double-blind controlled trial within algorithm-based drug use. Ann Rheum Dis 2015;74:89-95.
Bron: http://www.ortho-rhumato.be/nl/actualiteit/speelt-voeding-dan-toch-een-r...