RA en verhuisperikelen
Op 9 december 2013 was het eindelijk zo ver: mijn verhuis kon doorgaan. Ik kon mijn ‘spookwoning’ eindelijk, na 1,5 jaar helemaal alleen zitten, verlaten.
Waarom spookwoning: waar ik woonde in de bossen en langs het kanaal stonden 4 grote appartementsgebouwen voor ± 85 gezinnen. Iedereen had zijn huuropzeg gekregen en moest zijn appartement verlaten hebben tegen eind 2012. Aangezien mijn toekomstige woonst niet klaar was op de vastgestelde datum (januari 2013) zat ik daar nog in mijn eentje. In de winter kwamen de verpleegsters ‘met de bibber’ naar me toe.
Reeds sinds augustus was het meeste ingepakt – nadat ik via internet al heel wat zaken verkocht - en moest ik door de dozen laveren met mijn rollator. De oorspronkelijke verhuisdatum was immers al ettelijke keren uitgesteld en augustus werd dus ook niet gehaald. Na augustus werd het half oktober, nadien eind oktober. En toen gaf ik de tel op…
Mijn moed was ondertussen tot onder het nulpunt gedaald. Ik ben nu eenmaal geen gezond persoon en hang compleet af van mijn familiehelpster.
Toch probeerde ik op een gegeven ogenblik bepaalde schuiven de vullen. Gevolg: onhoudbare pijn in mijn rechterschouder, dè schouder die mijn linkerheup vervangt en me steun biedt bij het gebruik van mijn armsteunrollator. Daardoor raakte ik nauwelijks tot aan het toilet of slaapkamer. ’s Morgens weende ik van de pijn tot mijn pillen gingen werken en soelaas brachten. Maar ik bleef compleet hulpeloos.
Dan maar de grove middelen gebruiken: 12 mg Medrol® en contact met mijn reumatoloog. Langzaam werd de schouder beter zodat ik kon afbouwen naar 8 mg Medrol. Momenteel probeer ik terug naar mijn normale dosis van 6 mg te komen, maar helemaal ben ik er nog niet.
Ik was dus flink gestraft door mijn roekeloze ingeving: ‘ik moét dat kunnen’. En ik blijf gestraft want door die periode van nutteloze rechterschouder waardoor ik probeerde een klein beetje gewicht op de linker te leggen (waar ik eveneens geen gewricht meer heb) - wat nauwelijks lukte - om zo hortend en stotend mijn onmisbare verplaatsingen in huis te doen, is deze linkerschouder zodanig geblokkeerd geraakt dat ik met veel moeite mijn toetsenbord bereik. Van de rest wat ‘reiken’ betreft zwijgen we dan nog. Ach, ‘oefening baart kunst’ zegt men toch. Misschien raakt die schouder wel terug wat losser.
Een kinesist zul je zeggen! Niemand stuurt me nog naar een kinesist…
Een drietal weken vóór de verhuis kreeg ik af te rekenen met een flinke zona (gordelroos). Op vrijdagavond constateerde de verpleegster een ‘uitslag’ in de streek rond mijn linker zitvlak. Zaterdag waren er al blaasjes. Pas op maandag kon ik de huisarts bellen – ik had immers geen idee dat het om zona ging. Zij stelde de diagnose maar het was te laat: binnen de 72 uur na de symptomen moet men bepaalde antivirale medicatie nemen. Zo niet kan men weken en zelfs maanden last overhouden van zenuwprikkels. En ik heb prijs!
Van de weeromstuit werd ik compleet oververmoeid. Zitten is immers het enige dat me nog goed afgaat. Maar tijdens die periode kon ik zelfs niet fatsoenlijk blijven zitten of liggen.
Die zona heb ik zeker opgelopen van de stress door het voortdurende slechte nieuws dat ik ontving aangaande mijn toekomstige ‘assistentiewoning’: de steeds wisselende verhuisdatum; de ingebouwde ijskast die ik niet kan gebruiken wegens 'te laag'; de combi-microgolfoven waar ik eveneens niks mee aan kan - beide zaken had ik reeds in 2011 aangehaald als 'niet aangepast voor ouderen en mindervaliden' -; geen zicht op internet; vast telefoontoestel mocht niet mee… de lijst is simpelweg te lang.
Ik schreef talrijke boze mails; ik drong aan op afwerking van de flats van de eerste zes ‘inschrijvers’. We hadden reeds ingeschreven in november 2010! En ik zaagde de oren van hun kop aangaande ‘het tijdig kunnen beschikken over onbeperkt internet‘. Want ik dacht aan onze RA-Liga, en de website die ik met zoveel genoegen beheer. En... ik kreeg deels gehoor!
De verhuis ging schitterend. Drie verhuizers en mijn 2 zonen waren al om 8u bezig.
Mijn hulp en ik reden onmiddellijk de korte afstand naar mijn nieuwe flat. Dit was de laatste keer dat ik met mijn autootje reed; we moesten nu namelijk met 2 wagens rijden en het was al een hele tijd geleden dat ik nog achter het stuur zat omwille van ‘moeilijk manoeuvreren’. Toen bemerkte ik dat ik zelfs de richtingaanwijzer niet meer bereikte. Die linkerschouder weet je wel! Voor mezelf had ik al een tijdje uitgemaakt dat ik de wagen zou wegdoen wanneer ik een andere hulp kreeg omdat zij altijd met mij reed (of iemand uit mijn vriendenkring). Begin februari is het zo ver: afscheid van mijn vaste hulp tot mijn zeer grote spijt, maar ik woon nu in een andere gemeente. Zo gaat dat!
En het afscheid van mijn wagentje wordt héél erg 'slikken'. Alle vervoersalternatieven heb ik al aangeschreven. Met weinig succes.
Om 10u stond de verhuiswagen al aan de flat en om 12u waren ze weg. Natuurlijk was er nog héél véél werk, nl. uitpakken en alles een plaatsje geven. Ik zat op het zitje van mijn rollator maar moest telkens van links naar rechts om aan te geven waar wat best zou komen. Ondertussen was mijn schoondochter ook aangekomen. De mensen van familiehulp werken tot 16u en mijn schoondochter loste haar af. Tot laat in de avond bleef ze tot zo goed als alle dozen uitgepakt waren – uitgezonderd mijn boeken die, goed verpakt in dozen, in mijn grote kelder staan te wachten.
Doodleuk zei één van mijn zonen dat ze de lege bananendozen ook in de kelder zouden stapelen ‘want ooit zullen wij de boel hier terug moeten verhuizen’. Hij bedoelde: als ik dood ben. Haha, ik heb er flink mee gelachen en hem gelijk gegeven. Want in principe is dit mijn laatste ‘station’.
En dan was ik plots helemaal alleen, en afgepeigerd moe, en onnoemelijk veel pijn aan de gewrichten en aan mijn zitvlak. De vriendin die de volgende dag zou komen helpen belde ik af. Rustdag morgen! Mijn hulp zou de dag nadien terug komen en zij hoefde geen uitleg, kende me voldoende, wist welke spullen ik binnen mijn bereik moest hebben.
Die eerste 14 dagen kwamen er dagelijks werkmensen over de vloer omdat de flat eenvoudigweg niet klaar was. Pas vlak voor kerst kon mijn hulp echt poetsen. En gedurende het kerstverlof lag de bouw stil. Toen kon ik langzaam recupereren, alhoewel ik op 24 december – stel je voor – dringend in het ziekenhuis een tand moest laten trekken. Mijn eerste tand kwijt, bah ja, ik woon nu tenslotte tussen de oudere generatie.
Na de vakantie voelde ik me terug sterker, ondanks het feit dat er nog steeds ‘kinderziekten’ aan de flat zijn. Maar ik begin me op mijn gemak te voelen, woon hier graag en mooi, heb prachtig uitzicht, heb internet en nu eindelijk ook terug mijn vaste telefoon (belangrijk voor mijn hoorproblemen). Digitale TV laat nog wat op zich wachten maar daardoor kon ik een boek van meer dan 1000 pagina’s uitlezen. Zalig…
Ondertussen zijn er een 9-tal flats bewoond. Het overgrote deel is nog steeds een ‘werf’: 39 assistentiewoningen, de gemeenschappelijke delen, en 2de en 3de verdiep 60 woonzorgkamers.
Conclusie: het wachten op deze assistentiewoning loonde uiteindelijk de moeite, ondanks alles. In principe hoef ik geen angst meer te hebben voor mijn oude dag omdat ‘hulp’ altijd beschikbaar zal zijn.
Mia, webmaster, 2014-01-19