Een kinesitherapeut vertelt
Gewoonlijk word ik gevraagd om te vertellen over ‘kinesitherapie’ of algemener ‘bewegen’ voor mensen met een reumatische aandoening. Liefst praktische tips of een schema onderbouwd door wetenschap. Het rolt zonder moeite van mijn tong.
Het straatbeeld lijkt wel een werkplek: te hoge krukken, weinig elegante manieren om lasten te tillen, zittende jongeren met ruggen zo bol als de aarde rond is. Ik ben promotor van “rust roest”, “bewegen met een reumatische aandoening kan”, “blijf in beweging”, “eerst bewegingskwaliteit dan kwantiteit” en “vindt een evenwicht tussen belasting en belastbaarheid”.
Maar op vraag van de RA-liga steek ik mijn boekenwijsheid terug in de kast en ga ik op zoek naar mijn denken, voelen en doen als kinesitherapeut. Een uitdaging. Plots voel ik me minder ervaren. Het pellen van de schil van de kinesitherapeut in kwestie en dan eens binnenkijken. Het omgekeerde van wat ik dagelijks doe. Bij de cliënt aan bed of tijdens een ambulant consult neem ‘ik’ het functioneren onder de loep. Empathie, luisteren, niet opdringen, informeren. Dat zijn enkele technieken van de interviewer. Ook ik schuw de moeilijke thema’s niet, maar laat de Phara De Aguirre of Ivan de Vadder in me rusten. Ik wil het probleem van de cliënt begrijpen, het lichaam, maar nog meer wat dit betekent voor zijn of haar dagelijkse bezigheden, levensdoelen en gevoel. En als het moet gebruik ik hiervoor -na toestemming- mijn zintuigen, het verlengstuk van mijn kinesitherapeutische geest.
Ik heb ze altijd bij me, handen om onderzoekend te voelen, maar ook om te troosten. Ziek zijn is niet evident. Handen om een gewricht weer te bewegen. Om mensen gelukkig maken met een natuurlijker uitzicht dan het plafond. Om eens te draaien op een andere zijde. Ogen om te beoordelen hoe iemand beweegt. Ogen open om tussen de regels door in de ziel te kijken. Ogen om te tranen. Soms van frustratie om wat het bewegen in de weg zit. Het wel willen maar niet kunnen van cliënten. Het niet gegund zijn van het leven. Tranen van bewondering voor de medische vooruitgang. Mensen met een reumatische aandoening die letterlijk terug de wereld rond kunnen. Hevige psoriasis in combinatie met artritis die na één week behandeling weer opklaart. Dat roept nederigheid op over je mogelijkheden als kinesitherapeut. Tranen van bewondering voor de patiënt. De vindingrijkheid om zelfstandig te blijven. Met kruk op de rug. Multifunctionele zitkast op wielen. Fietsen naar congressen. Ontroering voor wat reumatische handen kunnen creëren. Een houten vier op een rij. Schilderkunst op groot en klein doek. Bronzen beelden. Ritmisch drummen onder een Spaanse zon.
Mijn collega’s kinesitherapeuten en ik proberen wat terug te geven. Binnen het ziekenhuis bewegen in groep of individueel advies. Maar steeds op maat. Steun geven waar nodig. Ervaringen delen met studenten kinesitherapie (KULeuven), collega’s buiten het ziekenhuis (beroepsvereniging AXXON). Via wetenschappelijk onderzoek de kwaliteit van de kinesitherapeutische zorg voor mensen met een reumatische aandoening nog verbeteren. De samenwerking met de patiëntenverenigingen via de werkgroep ‘Bewegen met Reuma’ ligt me nauw aan het hart. De wetenschappelijke onderzoeksvragen die opborrelen vanuit zo’n samenwerking worden vaak vergeten. De interactie is steeds gezellig.
“Salto mortale , wie zal me vangen als ik val (Kommil Foo)”. Ik hoop nog veel mensen te mogen vangen, hun val tenminste te breken of hen weer helpen op te staan.
[T.S.]
Uit: RAAM, jaargang 3 - nr 3/2011