Chronisch zieken moeten actief blijven

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Patiënten met een chronische aandoening hebben veel baat bij een actieve levensstijl om zich aan te passen aan hun nieuwe situatie.

Ook het onderkennen en het uiten van de emoties die met een chronische ziekte gepaard gaan, stelt hen beter in staat om de controle over hun leven te behouden.

Dit schrijven vier onderzoekers van de Universiteit Utrecht in een artikel dat in het wetenschappelijk tijdschrift The Lancet werd gepubliceerd.
In het wetenschappelijk onderzoek is de aandacht niet langer exclusief gericht op het achterhalen waarom leven met een chronische ziekte zo moeilijk is. Na het analyseren van honderden recent gepubliceerde wetenschappelijke artikelen concluderen de auteurs dat de wetenschap vooral probeert te verklaren welke factoren bijdragen aan een goede aanpassing aan de chronische ziekte.

De Utrechtse onderzoekers onderscheiden in het artikel vier factoren die bijdragen aan zo’n goede aanpassing.

  •  
    • Ten eerste moeten chronisch zieken - ondanks hun behoefte aan rust - proberen om toch zoveel mogelijk actief te blijven.
    • Ten tweede is het nodig dat zij op een constructieve manier leren omgaan met negatieve emoties.
    • Ten derde is het belangrijk dat patiënten zelf verantwoordelijkheid nemen in de zorg voor hun ziekte en dus zelf bepalen hoe hun verzorging eruit ziet.
    • Tot slot vinden patiënten die in staat zijn ook de positieve kanten van het ziek zijn te herkennen, de kwaliteit van leven beter dan mensen die daartoe nog niet in staat zijn.

De uitkomsten van het onderzoek hebben een groot maatschappelijk belang omdat een groot deel van de bevolking te maken heeft met chronische ziektes, zoals diabetes, astma en reuma. Ook tot voor kort levensbedreigende aandoeningen zoals kanker en hart- en vaatziekten zijn door medische ontwikkelingen steeds beter behandelbaar, waardoor deze patiënten langer kunnen leven, aldus de onderzoekers.

Bron: Universiteit Utrecht, ANP
26 november 2008