Breekt wie veel melk dronk sneller een heup?
‘Drink nu melk voor later’ is een slogan die we wel vaker horen. De uitspraak is gebaseerd op meerdere en reeds lang gekende gelijkluidende wetenschappelijke studies. De auteurs van een nieuwe publicatie kwamen evenwel tot de omgekeerde conclusie.
Waar komt dit nieuws vandaan?
De resultaten komen uit een onderzoek waarin 35.000 mannen en 61.000 vrouwen gevolgd werden (1). Gemiddeld waren ze 57 jaar oud bij het begin van de studie. Bij de mannen deden zich over het verloop van de volgende 22 jaar 490 heupfracturen voor, bij de vrouwen waren het er 1126. Mannen die als tiener veel melk dronken, hadden – onverwacht – een verhoogd risico op een heupfractuur in hun latere leven. Bij vrouwen was dit niet zo. Per glas melk dat mannen tijdens hun tienerjaren extra dronken per dag, verhoogde hun risico op een heupfractuur met 9%.
Bron
(1)D. Feskanich, A Bischoff-Ferrari, AL Frazier, WC Willet. Milk consumption during teenage years and risk of hip fractures in older adults. JAMA Pediatrics. Online 18 Nov 2013
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Zoals meestal bij langlopende studies over voeding gaat het om een observationeel onderzoek. Dat betekent dat de onderzoekers kijken wat er gebeurt met mensen die zelf voor een bepaald voedingspatroon gekozen hebben, in dit geval het drinken van een bepaald aantal glazen melk per dag. Afgezien van dit observationeel karakter heeft de huidige studie nog minstens 3 andere beperkingen. Ten eerste steunt ze op de herinnering van de deelnemers over hoeveel melk ze veertig jaar eerder dronken. Ten tweede is het moeilijk te verklaren waarom hetzelfde vermeende nadelig effect niet bij vrouwen gevonden werd. Verder is het effect van de vroegere melkconsumptie ook erg klein. Het risico op een fractuur was bij de deelnemende mannen tijdens de studie ongeveer 1,40%. Wanneer dit risico met 9% stijgt per extra glas melk, zoals de auteurs vaststelden, dan wordt het [1,40 + (1,40 x 0.09)] = 1,53%. Een extra glas melk per dag zou dus in absolute termen een bijkomend risico betekenen van 0,13%. In een observationele studie is zo’n geringe impact te beperkt om overtuigend te zijn.
Conclusie
De resultaten van deze studie zijn niet overtuigend en volstaan niet om de tegengestelde bevindingen van eerdere studies te weerleggen. Er is onvoldoende reden om voortaan jongeren te adviseren hun melkgebruik te beperken om zo het risico op een latere heupfractuur te verminderen.
Referenties
Kalkwarf HJ, Khoury JC, Lanphear BP.Milk intake during childhood and adolescence, adult bone density, and osteoporotic fractures in US women. Am J Clin Nutr. 2003;77(1):257-265.
Sandler RB, Slemenda CW, LaPorte RE, et al. Postmenopausal bone density and milk consumption in childhood and adolescence. Am J Clin Nutr. 1985;42(2):270-274.
Murphy S, Khaw K-T, May H, Compston JE. Milk consumption and bone mineral density in middle aged and elderly women. BMJ. 1994;308(6934):939-941.
Soroko S, Holbrook TL, Edelstein S, Barrett-Connor E. Lifetime milk consumption and bone mineral density in older women. Am J Public Health. 1994;84(8):1319-1322.
verschenen op 27/11/2013 | Cebam | geschreven door Hans Van Brabandt
Bron: www.gezondheidenwetenschap.be/
Geplaatst: 2013-12-21