Betere resultaten met minder medicijnen?!

Geplaatst op: 
Dinsdag, 10 november, 2015 - 16:06
Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Uit de doctoraatstudie van Diederik De Cock blijkt een nieuwe strategie in de behandeling van reumatoïde artritis betere resultaten op te leveren met minder medicijnen!
Tevens blijkt volgens diezelfde studie de tijd die verstrijkt tussen het begin van de symptomen en de start van de behandeling (delay) van cruciaal belang te zijn.
Deze factor beïnvloedt namelijk in grote mate de kans op een succesvolle behandeling.

De RA Liga was aanwezig op de doctoraats-verdediging van Diederik De Cock in het Kasteel van Heverlee op vrijdag, 30 oktober 2015.
Met veel bravoure, enthousiasme, kennis van zaken en hier en daar een vleugje humor diende Diederik de internationale jury van antwoord, die hem de met interesse doorspekte vragen voorlegde.

Gefeliciteerd Diederik voor jou en je team en nog veel succes in de toekomst!

In de pers verscheen een artikel omtrent het doctoraatsonderzoek van Diederik De Cock.
Wij publiceren graag hierna dit persbericht en geven ook nog achtergrondinformatie mee over het begrip "delay".


PERSARTIKEL VERSCHENEN IN
HET LAATSTE NIEUWS, DE MORGEN, DE METRO EN MEDICAL XPRESS
04/11/2014

Een nieuwe strategie voor de behandeling van reumatoïde artritis levert met minder medicijnen betere resultaten op. Dat blijkt uit een doctoraatstudie van Diederik De Cock, meldt de KU Leuven.
Binnen een groter onderzoeksproject (Care in early RA) zocht De Cock naar de optimale combinatie en dosering van traditionele anti-reumatica (Methotrexaat, Sulphasalazine of Leflunomide) en glucocorticoïden (een vorm van steroïden). Over een periode van twee jaar werden 290 patiënten met beginnende RA onderworpen aan drie verschillende behandelingsstrategieën:
Cobra Classic (Methotrexaat, Sulphasalazine en een hoge startdosis glucocorticoïden),
Cobra Slim (Methotrexaat en een gemiddelde startdosis glucocorticoïden) en
Cobra Avant-Garde (Methotrexaat, Leflunomide en een gemiddelde startdosis glucocorticoïden).

Alle behandelingsstrategieën toonden al na zestien weken behandeling een gelijkaardige werking: bij liefst 7 op 10 mensen was de ziekte klinisch perfect onder controle. "Het verschil zat in de neveneffecten", zegt Diederik De Cock. Het nieuwe Cobra Slim-schema, met een minimum aan medicijnen, vertoonde ongeveer de helft minder nevenwerkingen bij patiënten dan de twee andere, gebruikelijke schema's.
Conclusie: de klassieke combinatie van methotrexaat met andere anti-reumatica en glucocorticoïden blijkt niet beter te zijn dan enkel methotrexaat met glucocorticoïden, maar wel duurder en minder veilig."

Volgens De Cock kan er in Vlaanderen veel bespaard worden mocht die therapie geïmplementeerd worden. "Nu is RA-therapie in België nog niet voldoende gestandaardiseerd en daardoor in vele gevallen minder efficiënt, waardoor al snel dure geneesmiddelen moeten worden voorgeschreven om de ziekte onder controle te houden. Met de kostprijs van een jaarlijkse individuele behandeling, die soms oploopt tot 15 000 euro, kunnen we via onze strategie liefst 15 patiënten behandelen."

De resultaten van het doctoraatsonderzoek werden gepubliceerd in Annals of the Rheumatic Diseases.


Achtergrondinformatie module 1: DELAY IN DIAGNOSE EN VERWIJSPATRONEN BIJ RA, Diederik De Cock (Bron: PPP vzw)

Delay is de tijd die verstrijkt tussen het begin van de symptomen en de behandelingsstart, afhankelijk van patiënt-, huisarts- en reumatoloog gerelateerde factoren.
Deze behandelingsvertraging beïnvloedt de mate van succes van de behandeling.
Een vertraging minder dan 12 weken zou de kans op een succesvolle behandeling vergroten, terwijl een ‘delay’ langer dan 3 maanden deze kans zou verlagen.

Deze situatie is recent in Vlaanderen onderzocht (1). Er is gebleken dat ook hier deze “delay” te lang is. Bij slechts 20% van de studiepatiënten werd de behandeling tijdig opgestart.

In Vlaanderen draagt de patiëntafhankelijke vertraging het meest bij tot de totale delay.
Dit is zowel gerelateerd

  • aan de ziekteactiviteit (heel erge pijn ‘verplicht’ je om naar de dokter te gaan, versus minder dominante pijn die komt en gaat)
  • als aan de karakteristieken van de patiënt: patiënten gaan zelf constructies maken om de pijn te verklaren, bijvoorbeeld ‘ik ben gevallen’…

Belangrijk in dit verhaal is ook de rol van de huisarts.
De huisarts wordt vaak geconfronteerd met reumatische symptomen, maar slechts een fractie hiervan is toe te schrijven aan RA. Verder wordt de huisarts slechts zelden geconfronteerd met RA-patiënten; gemiddelden spreken van 1 tot 5 patiënten per jaar.
Dit zorgt voor twijfel bij de huisarts, ook versterkt door het ontbreken van specifieke tests, die 100% garantie geven.
Ook de relatie ‘huisarts – reumatoloog’ kan invloed uitoefenen op het doorverwijsgedrag van de huisarts.

Momenteel zijn er enkele initiatieven ondernomen om de delay te verkorten:

  • Vroege RA kliniek in Leiden Nederland = centrum waar patiënten terecht kunnen met RA-achtige symptomen
  • Correcte beeldvorming en sensibilisering van het grote publiek door bewustzijnscampagnes (FWRO) en het ontwikkelen van de websites van ReumaNet en de RA-Liga
  • Educatie van (toekomstige) huisartsen door de Patient Partners en door het aanreiken van hulpmiddelen voor RA-detectie.

(1) A detailed analysis of treatment delay from the onset of symptoms in early rheumatoid arthritis patients, D De Cock, S Meyfroidt, J Joly, K Van der Elst, R Westhovens, P Verschueren, on behalf of the CareRA study group, Scand J Rheumatol 2013, p. 1-8

top