Als ik groot ben
Mijn man is op pensioen. Voor hem, en natuurlijk ook voor mezelf, is er nu tijd om te genieten van die langverwachte vrijheid. Geen dagelijkse files meer. Geen zware beslissingen op het werk.
Er is wel één ‘plezante’ verplichting in de plaats gekomen: zijn acht kleinkinderen. Zevenjarige Thor brengt vandaag de namiddag bij ons door. Zijn twee broers zijn samen met mama op babybezoek. Zijn keuze was snel gemaakt! Voor stoere Thor geen baby’s. Die vindt hij maar kinderachtig en dom. Kleine kindjes wenen de hele dag door volgens hem.
Er is toch niets leuker dan bij vake en moeke spelen met dat felbegeerde kasteel, voor één keer helemaal voor hem alleen. Het duurt niet lang of Thor vertoeft in een wereld van ridders en jonkvrouwen.
Ondertussen verdiept mijn man zich in zijn dagelijkse krant. Lekker rustig in een gemakkelijke zetel met zijn spelende kleinzoon aan zijn voeten. Maar dat ‘lekker rustig’ is buiten Thor gerekend.
Uitgerekend nu wil die vertellen wat er zoal met zijn ridders gebeurt. Na het geduldig aanhoren van een vijftal straffe verhalen over heldhaftige daden van ridders, kan mijn man het niet laten om te zeggen: ’Jongen het is nu al de vijfde keer dat ik aan deze zin begin’. Verrast en nieuwsgierig tuurt Thor mee in de krant.
‘Wat is er dan’, vraagt hij gemeend, ‘staan er te veel moeilijke woorden in?’ Mijn man en ik kijken elkaar verrast aan en kunnen met moeite onze lach inhouden.
Grappig dat ventje, waar haalt hij dat toch! Na een tijdje is de rust weergekeerd en zijn beiden intensief bezig. De één met zijn ridders, de andere met zijn krant. Tot plots dat bekende stemmetje opnieuw weerklinkt.
‘Als ik groot ben wil ik net zo worden als vake.’ ‘Hoe bedoel je? Meester in de klas?’ vraag ik.
‘Nee!’ Hola! Dat komt het er nogal snel uit. Thor gaat niet de weg op van zijn grootvader, dat is zeker! ‘Gids in de natuur dan?’ vraag ik opnieuw. Mijn man is in zijn vrije tijd gids in het nabijgelegen natuurreservaat.
‘Nee.’ ‘ Wat dan wel?’ klinkt het nu vanuit de zetel.
‘Gepensioneerd, want dan kan ik thuisblijven en met mijn speelgoed spelen.’ Daar is die spreekwoordelijke druppel! We proesten het uit, terwijl Thor ons met een verbaasde, niet-begrijpende blik aankijkt.